De Witte O gebruikt cookies (en daarmee vergelijkbare technieken) om het bezoek en winkelen voor jou nog makkelijker en persoonlijker te maken.

De Witte Os verkoopt geen alcohol als je jonger bent dan 18 jaar, omdat dit schadelijk is voor je gezondheid en wettelijk verboden is. Wij willen als wijnspecialist bijdragen aan verantwoord alcoholgebruik.

Door aan te geven dat je 18 jaar of ouder bent en verder gebruik te maken van deze website, ga je akkoord met het gebruik van cookies.

Merlot

Herkomst en historie

Merlot is een blauwe druivensoort die gebruikt wordt voor het maken van wijn. Zij is een van de traditionele druivensoorten van de Franse Bordeaux-streek. Zowel in de Médoc, waar de cabernet sauvignon domineert, als in Pomerol en Saint-Émilion. De druif is iets groter en heeft een dunnere schil dan de cabernet sauvignon. De naam Merlot zou vernoemd zijn naar de merel. Deze druivensoort wordt in de Côtes de Gascogne gebruikt voor rode wijn en rosé wijn.

De Smaak

Merlot houdt van een koeler klimaat dan cabernet en is een internationaal druivenras. Het is in geur en smaak vooral te herkennen aan rood fruit zoals: kersen, bessen en pruimen.  Doorgaans produceert hij een zachte rode wijn met een rijke textuur en een laag zuur en tannine gehalte. De wijnen van deze druif zijn over het algemeen sappiger en soepeler dan die van de Cabernet Sauvignon, met minder tannine. Daardoor zijn ze vaak gemakkelijker en jonger te drinken. Het zijn gulle wijnen met veel smaak. Het alcoholgehalte bedraagt 11-12%. De wijnen geuren naar rode vruchten (braam, kers en zwarte bes), specerijen (peper), pruimen, leer, rook en viooltjes. Over het algemeen zijn de cépagewijnen van Merlot relatief vroeg op dronk.

Geografische locaties

Buiten Frankrijk is Californië een belangrijke producent van Merlotwijn. Men kwam er in de jaren zeventig tot de ontdekking dat Merlot niet alleen goed functioneerde in een assemblage naar Frans model, maar ook op zichzelf, als cépage, een prima wijn kan voortbrengen. Verder wordt er merlotwijn geproduceerd in Italië (vooral in het noordoosten), Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Australië – waar het merlot-areaal de voorbije tien jaar is vernegenvoudigd – en Zuid-Amerika, met name in Chili.

Chenin Blanc

Introductie over Chenin Blanc

De Chenin Blanc is een witte druif die wordt gebruikt voor het maken van droge, zoete maar ook mousserende witte wijnen. De druif komt oorspronkelijk uit de Loirestreek en is gevoelig voor edelrot door de schimmel Botrytis cinerea.

Kenmerken

De smaak van de verkregen wijn is fris met tonen van gras en groene appels en heeft wat weg van de Sauvignon Blanc. De Chenin Blanc bevat relatief veel zuren. Dit geeft haar kracht en hierdoor mag zij daardoor enkele jaren rijpen.

Gebieden

Het aantal hectares waar deze druif in Frankrijk wordt verbouwd loopt sterk terug en bedraagt nog maar een kleine 10.000 in 2008. Het concentreert zich in het departement Maine-et-Loire rondom de steden Angers en Tours. Bekend zijn de mousserende crémant de Loire, vouvray en saumur. En niet op de laatste plaats de zoete wijnen van Vouvray, Montlouis, Bonnezeaux en Quarts de Chaume. Met hun hoge suikergehalte en een perfect tegenwicht door een hoge zuurgraad. Landen waar deze druif verder voorkomt, zijn de staten Californië en Washington in de VS. Ook in Chili, Argentinië, Nieuw-Zeeland en bovenal Zuid Afrika zie je de Chenin Blanc. Deze laatste produceert verreweg het meeste (namelijk ruim 20.000 hectare) en deze druif is daar bekend onder de naam “Steen”.

Cabernet Sauvignon

Geografische ligging en smaalprofiel

Introductie over Cabernet Sauvignon

Cabernet sauvignon is een blauwe druivensoort die wordt gebruikt voor wijnproductie. De druif is ontstaan uit een kruising van de cabernet franc met de sauvignon blanc.

De cabernet sauvignon is een erg populaire druif en geeft een volle smaak en een donkere kleur. Het is de meest gebruikte druif voor rode wijn. De wijn van deze druif wordt als complexer en minder toegankelijk dan de eveneens erg populaire Merlot beschouwd. Het rijpingsproces is zeer belangrijk.

De oorsprong van de dit ras ligt in de Médoc, in de Franse Bordeaux-streek. Het ras wordt tegenwoordig op veel plaatsen verbouwd, bijvoorbeeld ook in de Côtes de Gascogne en buiten Frankrijk in Californië, Australië, Zuid-Afrika en Chili.

De druif wordt vaak gemengd met andere soorten zodat nieuwe blends ontstaan. Voorbeelden van andere druiven zijn de merlot en de cabernet franc, naar het voorbeeld van de Médoc-wijnen.

Verdejo

Verdejo regios en smaken

Introductie over Verdejo

Verdejo is een witte druivensoort die in Spanje wordt geteeld. Door middel van DNA-onderzoek in Madrid is gebleken dat verdejo gerelateerd is aan een druivenvariëteit die in Valencia (Spanje) bekendstaat als planta fina. In 2011 bedroeg de productie van deze druif meer dan 61.000 ton, dit was 82% van de totale productie van wijndruiven in dit gebied. Dit maakt dat verdejo bijna als synoniem voor de DO Rueda wordt gezien.

Geschiedenis

De druif wordt in de regio sinds de elfde eeuw geteeld. Er wordt aangenomen dat Alfonso VI het ras heeft meegebracht uit Noord-Afrika, na aanpassing in het zuiden van Spanje. Het was de basis voor de ‘solerawijnen’; ranzige wijnen met een lange rijping in vaten, vergelijkbaar met Jerez.

Gebieden

In Spanje wordt de verdejodruif geteeld in de gebieden Valladolid, Segovia, Ávila, Cigales en Toro. Buiten dit gebied is de verdejo ook te vinden op de Canarische Eilanden, Portugal en Australië.

Kenmerken

De verdejostam is een plant die zich gemakkelijk aanpast aan onvruchtbare en steenachtige grond en goed droogte verdraagt. Hij produceert trossen van kleine tot middelgrote druiven, compact en met een zeer korte steel. De druiven zijn bolvormig, klein tot middelgroot met een gemiddelde dikke schil, groengeel van kleur en met grote pitten.

De druif wordt meestal ‘s nachts geoogst in de maand september vanwege de hoge dagtemperatuur, die maxima van 30 graden Celsius kan bereiken. Zo wordt voorkomen dat het sap donkerder wordt als gevolg van oxidatie veroorzaakt door hitte.

De wijnen die uit de verdejodruif worden vervaardigd, hebben een waaier aan kleuren, variërend van groengeel tot geel. De aroma’s zijn intens van fruit, kruiden en bittere tonen van witte bloesem. Het alcoholpercentage is gemiddeld met een middelhoge tot hoge zuurgraad. De smaak is zacht en fris met aan het einde een karakteristieke bittere afdronk.

Verdejo wordt voornamelijk gebruikt om jonge wijnen te maken. De kenmerken zijn daarnaast ook ideaal voor de veroudering in vaten voor het perfect combineren van hun aroma’s met geroosterde en vanilleachtige tonen. Ook ondersteunt de druif de mogelijkheid voor het maken van mousserende wijn en wordt ijswijn geproduceerd in de Bodegas Vidal Soblechero in La Seca (Valladolid).

Shiraz – Syrah

Geografische ligging en smaak profiel

Introductie tot Shiraz – Syrah

De druif Syrah, in een aantal landen Shiraz genoemd, werd tijdens de Kruistochten vanuit het Midden-Oosten naar Frankrijk gebracht. Over de herkomst van de druif doen veel geruchten de ronde, bijvoorbeeld dat de druif afkomstig is uit de Iraanse stad Shiraz. Uit genetisch onderzoek blijkt echter dat de druif voortkomt uit twee druivensoorten uit Zuidoost Frankrijk – Dureza en Mondeuse blanche.

Kenmerken

Het is een druivensoort die veel zon nodig heeft en zijn beste wijnen geeft in een warm en droog klimaat, en dan bij voorkeur op niet té vruchtbare grond. De wijnranken van deze druivensoort groeien uitbundig en worden daarom vaak gesnoeid. Gebeurt dit niet, dan verliezen de druiven aan aroma, met flauwe wijnen als resultaat. De Syrah is een sterke druif die immuun is voor de meeste plantenziekten. Als de druif met zorg wordt gecultiveerd, dan heeft hij een dikke schil. De wijn krijgt daardoor niet alleen veel kleur, maar ook aanzienlijke hoeveelheid tannine. De geur varieert van anjers en viooltjes tot chocolade tonen en zwarte kersen en bessen. De afdronk heeft – zeker als de wijn meer dan 10 jaar oud is – een vleugje tabak, leer en natuurlijk cacao. Voorts maakt men droge rosé en mousserende wijn van de syrah. Deze laatste, de “Sparkling Syrah” is zeldzaam, wordt afgesloten met een kroonkurk (jawel) en komt voornamelijk uit Australië.

Syrah wordt gebruikt als ‘cepage’ en als blend (ook wel bekend als ‘assemblage’). Een van de bekendste blends is de GSM-blend, wat staat voor Grenache, Syrah en Mourvèdre. Deze blend vindt zijn oorsprong in de Franse Rhône, maar de combinatie wordt inmiddels wereldwijd gebotteld.

Gebieden

De Syrah is dé klassieke druif van de Côte Rôtie en de Hermitage in Frankrijk, maar tegenwoordig is Zuid Australië verreweg de grootste producent en dan vooral in Barossa Valley en McLaren Vale. De druif wordt ook verbouwd op Kreta, in Californië in de Verenigde Staten, in de Argentijnse provincie Mendoza, in Chili en in Stellenbosch in Zuid-Afrika.

Riesling

Geografische ligging Riesling en smaakprofiel

Introductie tot Riesling

Riesling wordt voor het eerst genoemd in de 15e eeuw. De groeiwijze, grootte van de druiven, de lange rijpingstijd en vorstbestendigheid duiden op verwantschap met wilde druiven. Verwijzingen naar verspreiding in het huidige Rheinhessen en in de Pfalz zijn bekend uit het einde van de 15e eeuw en uit de eerste helft van de 16e. Riesling behoorde ook in de 17e en 18e eeuw al tot de van overheidswege aanbevolen druivenrassen.

Nog altijd vraagt men zich af waar de naam precies vandaan komt. Een optie is dat het woord Riesling te maken met ‘verrieseln’ (vroegtijdig afvallen van druifjes) ofmet ‘reissend’ (hoog) zuur. Andere mogelijkheden zijn de link met edel ‘Reis’ (twijg) of met ‘Rusling’ (donker hout).

Betekenis

De Riesling groeit in alle Duitse wijngebieden en beslaat een oppervlakte van ruim 21.000 hectare. Dat komt overeen met circa 20% van de totale aanplant. De aanplant van de Riesling is de afgelopen twintig jaar met 5000 hectare toegenomen. In de Rheingau beslaat de Riesling met 2420 hectare zowat 80% van de daar beschikbare oppervlakte. In elf van de dertien Duitse wijngebieden behoort Riesling tot de Classicdruiven.

Teelt

De Riesling is een langzaam rijpend ras, dat gekenmerkt wordt door een fruitig zuur. Daarom is hij voorbestemd voor de noordelijke gebieden zodat hij in de late herfstzon zijn rijping voltooit. Hij stelt de hoogste eisen aan de ligging van de wijngaard echter maar geringe aan de bodem. Afhankelijk van bodem en microklimaat geeft hij heel uiteenlopende wijnen. Optimale condities bieden de stenige steile hellingen langs de rivierdalen omdat die goed warmte kunnen opslaan.

Vinificatie en smaak

Riesling wijnen zijn er in alle soorten, maten en kwaliteiten. Bij de hogere kwaliteitsniveaus komen vaker zoete of edelzoete wijnen voor. De typische Riesling heeft een bleekgele, naar groengeel tenderende kleur. In de geur domineren perzik of appel. De smaak wordt gekenmerkt door pittig zuur. Bij Rieslings van leisteenbodems spreekt men van een minerale toets. Sommige wijnen ruiken naar vuursteen terwijl oudere wijnen hebben vaak een interessante petroleumtoon. De natuurlijke zuurgraad biedt een goed potentieel voor verwerking tot sekt. Edelzoete Beerenauslesen en Eisweine behoren tot de duurste Duitse wijnen in het buitenland. Rieslings moeten pas minimaal een jaar na de oogst gedronken worden omdat hun optimale drinkrijpheid pas na enige jaren optimaal is. Het bewaarpotentieel van topwijnen is bijna onbegrensd.

In het glas

Jonge, lichte Rieslingwijnen zijn ideale zomerwijnen omdat ze smaken naar droog tot fruitig zoet. Echter zijn aan tafel gerijpte Rieslings beter op hun plaats. Zelfs oudere Spätlesen laten bij eten weer wat van hun jeugdigheid proeven. Droge tot halfdroge Rieslings passen goed bij lichte gerechten zoals gestoomde zee- en zoetwatervis, vlees met lichte sauzen en klein gevogelte. Halfdroge tot lieflijke Spätlesen harmoniëren goed met verse kaas. Fruitig zoete Spätlesen of edelzoete Auslesen zijn voortreffelijke begeleiders van fruitdesserts. Gerijpte edelzoete Auslesen en Beerenauslesen zijn optimale aperitieven bij feestelijke menu’s.

 

Pinot Noir

Geografische ligging en smaakprofiel

Pinot Noir

‘Pinot Noir’ (Frans), ook wel Spätburgunder (Duits), is een blauw druivenras met een compacte tros en druiven met een dunne schil. Het is daarom over het algemeen een druif die moeilijk te cultiveren is, want ze is gevoelig voor rot en schimmelziekten. Daarnaast heeft de ‘Pinot Noir’ de neiging tot mutatie, waardoor er verschillende klonen ‘Pinot Noir’ zijn ontstaan.

Aanplant

De oorsprong van de ‘Pinot Noir’ ligt in de Côte de Nuits in Bourgondië, waar hij al tweeduizend jaar wordt geteeld. Buiten Bourgondië blijkt het niet altijd eenvoudig om dit ras te verbouwen waardoor hij een veel geringere verspreiding kent dan bijvoorbeeld de ‘Cabernet Sauvignon’. Toch planten steeds meer wijnstreken deze druivenstok aan.

In Frankrijk wordt deze druif het meest aangeplant. Bourgondië is nog steeds het belangrijkste gebied, maar in de Champagne is de druif meer aangeplant. In de Elzas levert de ‘Pinot Noir’ een cépagewijn. Ook in Duitsland doet de druif het goed. Daar beslaat de druif 11,1% (2012) van de aanplant en dat is 14,3% van de wereldwijde aanplant. In Zwitserland is het de meest aangeplante druif. Ook in Noord-Italië komt de druif veel voor.

Buiten Europa is de Verenigde Staten het belangrijkste gebied. Daar worden de kwalitatief de mooiste wijnen gemaakt in Oregon, maar in Californië is de grootste aanplant. Ook in Nieuw Zeeland is het de meest aangeplante blauwe druif.

Terroir

  • Klimaat: De druif rijpt tamelijk vroeg, met name in warme klimaten. Daarom gedijt de druif het best in streken met een getemperd klimaat, waar het groeiseizoen langer is en dus aromavorming in de vruchten wordt bevorderd.
  • Bodem: Haar favoriete grond is kalksteen, al dan niet vermengd met ijzerhoudende klei. Dit is het geval in Bourgondië. In de Ahr en de Rheingau doet ze het echter ook heel goed op een leisteenbodem.

Kenmerken

Rode wijnen van pinot noir hebben gewoonlijk niet zo’n heel donkere kleur, maar wel een aantrekkelijke geur. Ook kenmerkend is de fijne smaak die de wijn vanaf zijn jeugd al heel toegankelijk maakt. Ondanks die zachtheid en soepelheid kunnen de betere pinot noirs een lange flesrijping ondergaan. De druif wordt ook gebruikt voor mousserende wijn met als bekendste voorbeeld Champagne. Soms ook wel rosé.

Een bekende cuvée wijn – een wijn die gemaakt is van een mix van pinot- en gamaydruiven – is de bourgogne passetoutgrain.

Mourvedre

Geografische ligging en smaakprofiel

Introductie over Mourvèdre

Mourvèdre is een van oorsprong Catalaanse druivensoort. Hij wordt in het Catalaans mataro wordt genoemd, maar het meest bekend is onder de naam monastrell.

Mourvèdre is een veeleisende druif die absoluut warme, beschutte plaatsen nodig heeft en die rijke wijnen met veel alcohol en tannine produceert. Lange tijd werd aangenomen dat Mourvèdre synoniem was van de in Spanje op ruime schaal aangeplante Monastrell, maar recent DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet het geval is. Er is hoogstens verwantschap. ‘Echte’ Mourvèdre is te vinden in Zuid-Frankrijk. Daar maakt hij in de regel deel uit van assemblages met Grenache, Syrah etc. Mourvèdre is het belangrijkste ras in de Provençaalse appellation Bandol.

Deze druif onderscheidt zich door haar kwalitatief goede tannine die rode wijn een lange levensduur geeft. Ze heeft hitte en vochtigheid nodig en is pas overtuigend bij een alcoholpercentage van minstens 12%. Jonge wijn heeft een bescheiden aroma, maar de wijn kan een zogeheten “bewonderende complexiteit” krijgen door het rijpen.

In Spanje weet men van de monastrell-druif een divers gamma aan wijnen te produceren. Voor snelle consumptie, voor opleg, droog, zoet en alles daartussenin. Met name in de Rhône-streek gebruiken de Fransen deze druif vooral als onderdeel voor bepaalde wijn vanwege de speciale eigenschappen.

In de Provençaalse wijnstreek Bandol gebruikt men deze druif in pure vorm als hoofddruif. Het minimum is 50 % voor de rode wijn doch in de praktijk vaak tussen 80 en 95 %. Om kruidig-fruitige rode bewaarwijnen alsook sterk aromatische rosé te produceren wordt dit gemengd met cinsault en grenache.

Grenache

Introductie tot de druivensoort Grenache!

Grenache noir is a variëteit van Spaanse origine (garnacha tinta), meer precies uit de regio van Aragon. In de middeleeuwen, werd met de uitbreiding van het spaanse koninkrijk deze druivenvariëteit ook in Frankrijk geïntroduceerd. Hierna werd het een van de meest gebruikte druivenrassen voor rode wijnen in deze regio.

Aroma’s

Het typische aroma van grenache noir is zoete, zwarte kers. Als aanvulling van deze verleidelijke geur vinden we ook toetsen van gedroogde vijg, tabak, mokka en witte peper terug. Bij deze krachtige aroma’s worden vaak ook toetsen van zoethout, teer, zwarte olijf en kreupelhout toegevoegd, vooral wanneer de opbrengsten laag worden gehouden.

Welk type wijn?

Grenache noir bezit een groot potentieel om suikers op te slaan, maar de kleur wordt snel minder intens wanneer de opbrengsten hoog zijn. Ze moeten dus laag gehouden worden. De zuren zijn meestal laag, maar de smeuïgheid daarentegen is opmerkelijk. Wijnen op basis van grenache noir zijn vol. De twee karaktertrekken van deze variëteit zijn kracht en body, met daarnaast ronde en versmolten tannines. Het alcoholpotentieel van grenache noir laat toe om er kwaliteitsvolle natuurlijk zoete wijnen van te maken, dit wanneer de opbrengsten laag worden gehouden en de kleur goed geconcentreerd is.

Aangeplante zones

Grenache noir is een mediterraan druivenras en in Frankrijk exclusief te vinden langsheen de mediterrane kust. Deze loopt van de Spaanse grens in het zuidwesten tot Fréjus in het zuidoosten, alsook in Corsica. Buiten het mediterraan klimaat is deze druif niet in staat om te rijpen. De productie van grenache noir stijgt constant, zij het iets minder snel de laatste tijd. Met 99.000 hectare in 2006 staat het in schril contrast met de amper 25.000 hectare van 1958.

Grenache noir is goed aangepast aan bodems die lichtzuur, warm, kiezelachtig of met keien zijn, een bodem die perfect het zonlicht weet te weerkaatsen, wat voor een lange en optimale rijping zorgt. Ondergronden met veel kalk en een lage pH zijn minder geschikt.

Rijping

Grenache noir bot relatief vroeg, amper zes dagen na chasselas, het ijkpunt, maar rijpt veel later. Grenache noir rijpt vier weken later dan chasselas, wat het een druivenras van de 4de periode maakt.

Kracht

Grenache noir, gekend voor de kracht van zijn grillige wijnstokken, is een krachtig druivenras dat rechtop groeit en probleemloos de hevige tramontane en mistral verdraagt, twee sterke winden uit de Franse mediterrane kuststreek. Grenache noir moet kort gesnoeid worden (gobelet of cordon) en geeft de beste resultaten bij lage opbrengsten, wat vaak het geval is in deze mediterrane regio door de natuurlijke droogte en arme ondergronden. Deze variëteit heeft een hoog potentieel om suikers op te slaan, maar zijn kleur vermindert snel wanneer de opbrengsten hoog zijn. De zuren zijn meestal laag. Het alcoholpotentieel van grenache noir laat toe er excellente natuurlijke zoete wijnen van te maken (vins doux naturels), maar enkel wanneer de druiven aangeplant staan op kwalitatieve terroirs en de opbrengsten goed onder controle gehouden worden