Introductie tot Riesling
Riesling wordt voor het eerst genoemd in de 15e eeuw. De groeiwijze, grootte van de druiven, de lange rijpingstijd en vorstbestendigheid duiden op verwantschap met wilde druiven. Verwijzingen naar verspreiding in het huidige Rheinhessen en in de Pfalz zijn bekend uit het einde van de 15e eeuw en uit de eerste helft van de 16e. Riesling behoorde ook in de 17e en 18e eeuw al tot de van overheidswege aanbevolen druivenrassen.
Nog altijd vraagt men zich af waar de naam precies vandaan komt. Een optie is dat het woord Riesling te maken met ‘verrieseln’ (vroegtijdig afvallen van druifjes) ofmet ‘reissend’ (hoog) zuur. Andere mogelijkheden zijn de link met edel ‘Reis’ (twijg) of met ‘Rusling’ (donker hout).
Betekenis
De Riesling groeit in alle Duitse wijngebieden en beslaat een oppervlakte van ruim 21.000 hectare. Dat komt overeen met circa 20% van de totale aanplant. De aanplant van de Riesling is de afgelopen twintig jaar met 5000 hectare toegenomen. In de Rheingau beslaat de Riesling met 2420 hectare zowat 80% van de daar beschikbare oppervlakte. In elf van de dertien Duitse wijngebieden behoort Riesling tot de Classicdruiven.
Teelt
De Riesling is een langzaam rijpend ras, dat gekenmerkt wordt door een fruitig zuur. Daarom is hij voorbestemd voor de noordelijke gebieden zodat hij in de late herfstzon zijn rijping voltooit. Hij stelt de hoogste eisen aan de ligging van de wijngaard echter maar geringe aan de bodem. Afhankelijk van bodem en microklimaat geeft hij heel uiteenlopende wijnen. Optimale condities bieden de stenige steile hellingen langs de rivierdalen omdat die goed warmte kunnen opslaan.
Vinificatie en smaak
Riesling wijnen zijn er in alle soorten, maten en kwaliteiten. Bij de hogere kwaliteitsniveaus komen vaker zoete of edelzoete wijnen voor. De typische Riesling heeft een bleekgele, naar groengeel tenderende kleur. In de geur domineren perzik of appel. De smaak wordt gekenmerkt door pittig zuur. Bij Rieslings van leisteenbodems spreekt men van een minerale toets. Sommige wijnen ruiken naar vuursteen terwijl oudere wijnen hebben vaak een interessante petroleumtoon. De natuurlijke zuurgraad biedt een goed potentieel voor verwerking tot sekt. Edelzoete Beerenauslesen en Eisweine behoren tot de duurste Duitse wijnen in het buitenland. Rieslings moeten pas minimaal een jaar na de oogst gedronken worden omdat hun optimale drinkrijpheid pas na enige jaren optimaal is. Het bewaarpotentieel van topwijnen is bijna onbegrensd.
In het glas
Jonge, lichte Rieslingwijnen zijn ideale zomerwijnen omdat ze smaken naar droog tot fruitig zoet. Echter zijn aan tafel gerijpte Rieslings beter op hun plaats. Zelfs oudere Spätlesen laten bij eten weer wat van hun jeugdigheid proeven. Droge tot halfdroge Rieslings passen goed bij lichte gerechten zoals gestoomde zee- en zoetwatervis, vlees met lichte sauzen en klein gevogelte. Halfdroge tot lieflijke Spätlesen harmoniëren goed met verse kaas. Fruitig zoete Spätlesen of edelzoete Auslesen zijn voortreffelijke begeleiders van fruitdesserts. Gerijpte edelzoete Auslesen en Beerenauslesen zijn optimale aperitieven bij feestelijke menu’s.